Iedereen is wel eens bang, bijvoorbeeld bang voor het donker of voor spinnen. Of misschien heb je een enge film gezien en kun je 's avonds niet slapen omdat je fantasie op hol slaat. Dat is heel normaal.
Bij een paniekaanval heb je bijvoorbeeld last van hartkloppingen, zweten, trillen, het gevoel dat je stikt, buikpijn, misselijkheid, duizeligheid, of het gevoel dat je los van jezelf raakt.
Als je ergens zo bang voor bent dat je paniekaanvallen krijgt, heb je misschien last van een angststoornis.
Ben je ergens zo bang voor dat je paniekaanvallen krijgt of dat het jouw dagelijks leven beïnvloedt? Bijvoorbeeld dat je niet meer naar school of werk kunt? Dan is het goed om met je huisarts te praten.
De huisarts kan je doorverwijzen naar iemand die gespecialiseerd is in het helpen van jongeren. Je huisarts en de specialist hebben zwijgplicht. Ze mogen niets van jullie gesprek doorvertellen aan bijvoorbeeld je ouders, je school, of je werkgever.
Een fobie is één van de angststoornissen. Je kunt voor heel gewone dingen een fobie hebben. Een bekende fobie is claustrofobie: angst voor kleine ruimtes. Maar je kunt ook een fobie hebben voor sociale contacten, muizen, vuil, dieren of op straat lopen.