De meeste pasgeboren baby’s slapen veel, overdag en ’s nachts. Maar een pasgeboren baby heeft vaak voeding nodig, daarom slaapt hij niet lang achter elkaar door. Overdag slaapt een baby meestal tweeënhalf tot vier uur achter elkaar.
Baby’s van nul tot zes maanden hebben een slaappatroon van ongeveer 60 minuten. In die 60 minuten hebben ze eerst een actieve slaap en daarna een stille slaap. In de actieve slaap kan je baby geluidjes maken en bewegen. Je baby kan zelfs de ogen openen en wakker lijken. Ook ademt de baby snel en onregelmatig. In de stille slaap beweegt de baby bijna niet en ademt veel dieper. In deze slaap wordt je baby minder snel wakker door bijvoorbeeld geluid.
Het kan heel lang duren voor een kind de hele nacht doorslaapt. Maar ook al slaapt je kind meestal door, toch kan het soms ’s nachts wakker worden. Bijvoorbeeld als je kind ziek is of droomt. Gebroken nachten horen erbij als je jonge kinderen hebt. Dat is vermoeiend. Zorg daarom ook goed voor jezelf.
Bij sommige baby's helpt het om de kamer 's nachts goed donker te maken en overdag de gordijnen (gedeeltelijk) open te laten. Je baby merkt dan het verschil tussen dag en nacht. Je kunt gebruik maken van verschillende slaaptips om je kind goed te laten slapen.
Stichting Opvoeden.nl zorgt er met ouders en deskundigen uit de wetenschap en praktijk voor dat deze informatie betrouwbaar en actueel blijft.