Je doet aan mediaopvoeding als je een kind leert bewust met media om te gaan. In de praktijk gaat het om gamen, internetten, lezen en tv-kijken.
Op alle leeftijden is de basis van mediaopvoeding dat je met kinderen praat over hun media-ervaringen. Ook als je regels en grenzen geeft. Een goede mediaopvoeding is dus eigenlijk een gesprek dat nooit stopt en dat anders wordt naarmate de kinderen ouder worden.
Bij heel jonge kinderen betekent mediaopvoeding dat jij als ouder altijd kiest wat ze mogen zien op tv, en wat ze mogen doen op internet, tablet of computer. Eigenlijk geniet je ook altijd samen van media, net zoals je meestal samen boekjes leest.
Bij basisschoolkinderen gaat mediaopvoeding er vooral om dat je duidelijke regels en grenzen geeft, dat je regelmatig controleert wat ze doen, maar ook dat je ze vragen stelt om hen te laten vertellen wat ze meemaken.
Bij pubers heb je al veel losgelaten, maar je wilt nog steeds dat ze beschermd worden tegen te veel geweld en seks bijvoorbeeld. Het komt erop neer dat je deelt wat jouw normen en waarden zijn, én dat je ze de ruimte geeft om hun eigen keuzes te maken. Daarom komt het er in deze fase op neer dat je kinderen stimuleert om kritisch te kijken naar de manier waarop media gemaakt worden, en naar alle informatie die ze op internet kunnen vinden.
Stichting Opvoeden.nl zorgt er met ouders en deskundigen uit de wetenschap en praktijk voor dat deze informatie betrouwbaar en actueel blijft.