Het krijgen van een kind met een beperking, stoornis of (chronische) ziekte is ingrijpend en brengt veel emoties met zich mee. Het verwerken van deze emoties staat gelijk aan een rouwproces. Een rouwproces dat nooit helemaal klaar is en zorgt voor verschillende rouwtaken.
Het rouwproces bij het krijgen van een zorgintensief kind is nooit helemaal klaar. Het is vooral zwaar in het begin, maar ook daarna zijn er nog altijd momenten waarop het verdriet komt opzetten. Omdat je een kind ziet van dezelfde leeftijd, dat al zoveel meer kan. Je kind vier wordt, maar niet naar de gewone basisschool kan. Of op een bruiloft, wanneer je je bedenkt dat jouw kind misschien wel nooit gaat trouwen. Daarom wordt het ook wel chronische rouw genoemd.
Het werken aan het verdriet wordt ook wel rouwarbeid genoemd. Het verdriet gaat niet zomaar vanzelf over, dit vraagt om aandacht en zorg. Dat betekent ook dat er soms minder tijd, aandacht en energie overblijft voor andere dingen. Denk bijvoorbeeld aan je werk: naast gewone arbeid ben je nu ook bezig met rouwarbeid. Ook voor het onderhouden van hobby’s of vriendschappen kan er minder energie overblijven.
Hoe het verdriet eruit ziet en wat er precies voor nodig is om hiermee om te kunnen gaan, is voor iedereen verschillend. Het hangt van allerlei dingen af. Zoals jouw karakter, hoe je omgeving eruit ziet en de dingen die je in het verleden al hebt meegemaakt. Er bestaan wel rouwtaken, die alle ouders helpen om het verdriet een plek te kunnen geven:
Deze rouwtaken hebben geen vaste volgorde en zijn nooit helemaal klaar. Situaties kunnen altijd weer voor nieuw verlies en pijn zorgen. Denk aan het krijgen van een medische uitslag, een diagnose, de eerste keer naar de speciale opvang, of een televisieprogramma met een gezin waar alles wel goed gaat.
Loop je vast in de rouwtaken of wil je er met iemand over praten? Er zijn verschillende professionals die je hierbij kunnen helpen.
Deze informatie is met zorg ontwikkeld door Stichting Opvoeden.nl.