Een tweejarige kan een trap opkruipen en begint met hulp rechtop de trap op te lopen. Later houden kinderen zich vast aan de leuning, waarbij ze nog wel het tweede voetje bijtrekken op dezelfde tree. Vervolgens gaan ze de trap op door meteen het tweede voetje op de volgende tree te zetten, waarbij ze zich wel nog vasthouden. Kleuters kunnen een trap oplopen zonder zich vast te houden.
Als je kind goed kan lopen, kun je beginnen met het oefenen van het traplopen. Loop achter je kind aan naar boven en voor je kind uit als je naar beneden gaat. Je ziet dan wat je peuter doet. Je kind kan ook eerst zittend (tree voor tree) de trap af schuiven.
Het is belangrijk dat je kind veilig kan traplopen.
Deze informatie is met zorg ontwikkeld door Stichting Opvoeden.nl.