Je peuter wil alleen bij jou zijn en reageert angstig op vreemden. Dit wordt ook wel eenkennigheid of vreemdenangst genoemd. Eenkennigheid doet zich voor met de ouder erbij en kan duren tot je kind ongeveer 18 maanden is.
Als ouders bied je je kind structuur en geef je je kind veel aandacht. Je kind gaat zich dan aan je hechten, voelt zich veilig bij je en bouwt vertrouwen in jou op. Geleidelijk aan gaat je kind steeds beter het onderscheid merken tussen de mensen die het goed kent en vertrouwt, en onbekenden.
Sommige kinderen worden angstig als ze vreemden zien, gaan huilen en kruipen weg bij mama of papa. Eenkennigheid kan bij kinderen zeer intens zijn of nauwelijks of niet merkbaar zijn.
Eenkennigheid is niet hetzelfde als scheidingsangst. Scheidingsangst kan je kind hebben als je weg gaat. Eenkennigheid is ook iets anders dan een tijdelijke voorkeur voor een van de ouders.
Breng je kind regelmatig in contact met andere mensen. Je kind leert dan om met andere mensen omgaan. Je kind leert zich ook bij andere mensen meer op zijn gemak te voelen.
Je kind leert steeds beter aangeven wat het wel wil en wat niet, wie het wel vertrouwt en wie niet. Het is goed dat je kind kieskeurig is, het ontwikkelt de eigen identiteit.
Deze informatie is met zorg ontwikkeld door Stichting Opvoeden.nl.