Als in het begin van de zwangerschap wordt vastgesteld dat er een verhoogd risico is op bepaalde afwijkingen, is het mogelijk om daar onderzoek naar te doen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een vlokkentest en een navelstrengpunctie, maar ook door middel van een vruchtwaterpunctie.
In het vruchtwater zit het genetisch materiaal van de baby. Door onderzoek op dit materiaal kan met zekerheid vastgesteld worden of je kind een bepaalde aandoening heeft of niet.
Met behulp van een echo wordt er via de buikwand een dunne naald ingebracht tot in de vruchtzak. Vervolgens wordt er een klein beetje vruchtwater opgezogen. Het vruchtwater bevat DNA van de baby. Met dit onderzoek kunnen meer afwijkingen worden opgespoord dan met de vlokkentest.
De volgende aandoeningen kunnen door middel van een vruchtwaterpunctie worden opgespoord:
Het nadeel van de vruchtwaterpunctie is dat dit onderzoek pas laat in de zwangerschap kan plaatsvinden, namelijk vanaf de zestiende week. Daarbij duurt het ongeveer twee tot drie weken voordat de uitslag bekend is. Wanneer de uitslag slecht nieuws brengt, is de beslissing om de zwangerschap af te breken vaak extra moeilijk. In de meeste gevallen is de zwangerschap al zichtbaar en het kan ook zijn dat je al leven voelt. Het afbreken van de zwangerschap kan meestal alleen plaatsvinden door het inleiden van de bevalling.
Het afnemen van vruchtwater is niet geheel zonder risico’s. De kans op een miskraam is een half procent. Dit lijkt een heel kleine kans, maar toch is het belangrijk om daar rekening mee te houden.
Deze informatie is met zorg ontwikkeld door Stichting Opvoeden.nl.